Ze pakte haar onderjurk en stopte me daaronder

Ik was een jongen van tien en ik zat volop in de fantasiewereld

Als ik wakker werd, zag ik ze van de ene boom naar de andere springen

Dan hoorde je die trommels 's avonds

In het begin had ik helemaal geen tijd om aan de natuur te denken

Iedereen heeft een weg naar zichzelf

Kom, dan gaan we naar de heuvels!

Als hij onder de boom wil zitten vraagt hij toestemming

Wat is het wat hij wilde in dit leven?

Ik kwam pas thuis als de zon onder ging

Op mijn zevende jaar, het was in Suriname, moest ik melk gaan halen bij mijn opa. Die had heel veel koeien en zat in de melkbusiness, dus ik ging daar heen voor melk. Op weg naar huis was het erg verlaten en het werd heel donker! Dat kan ik me nog herinneren. Ik moest als zevenjarig jongetje langs een kanaal lopen. Overal was bos en er stond daar een boom met hele grote broodvruchten. Hij gaf beschutting, want hij had grote bladeren. Het begon te regenen. Het was echt een tropische bui met bliksemflitsen. Het kraakte aan alle kanten en ik had de schrik te pakken. Dat had ik nog niet eerder meegemaakt. Het was mijn eerste kennismaking met de natuur! Toen kwam een tante van mij me tegemoet. Ze had aan mij gedacht. Het regende zo erg, dat de bladeren dat niet konden tegenhouden. Ik was helemaal zijknat. En wat deed ze? Ze pakte haar onderjurk en stopte me daaronder. (gelach) Ja, om me te beschermen. Tot nu toe ben ik dat nooit vergeten. En ze leeft nog, dus als we elkaar tegenkomen, dan praten we nog daarover. Zij is altijd een soort moeder voor me gebleven.